vrijdag 6 juli 2018

Eindelijk open









EPIPACTIS HELLEBORINE

gemaximaliseerd detail
in mijn schetsboek
15 / 21 cm









KANTTEKENING

't Is een klein onopvallend wondertje, deze "Epipactis Helleborine" maar ik wachtte al zo lang en besteedde er zoveel zorg en aandacht aan - omwille van de heersende droogte en de vlijtige mieren met hun bladluizenplantages, van wie ik dacht dat ze haar wellicht schade konden berokkenen - dat ik haar bloempjes veel grootser heb afgebeeld dan ze in werkelijkheid zijn, nu ze er buiten alle verwachtingen toch nog mee kwam aandraven. Zoals wel vaker gebeurt met planten in mijn "hof" vervulde ook zij één van mijn wensen en kwam helemaal in haar eentje tot in mijn voortuin gewandeld... maar hield me vervolgens wel bijzonder lang in het ongewisse over haar identiteit. Je kan je dus wel voorstellen hoe blij ik ben, nu mijn vermoeden blijkt te kloppen en ze wel degelijk ècht een wilde orchidee of orchis is.
De Griekse filosoof Theophrastus was in 300 v. Chr. de eerste die het geslacht beschreef. De naam Orchis (όρχις) heeft mogelijk betrekking op de dubbele wortelknol, maar het Griekse 'orchis' betekent ook teelbal ... tja en die verwijzing behoeft m.i. geen nadere uitleg. In 2010 werd  door Hongaarse wetenschappers vastgesteld dat deze mysterieuze plant in tegenstelling tot alle andere orchideeën die de voorkeur aan de basidiomycota of steeltjeszwammen geven, leeft op Ascomycota of zakjeszwammen, meer bepaald op de tuber maculatum of gevlekte truffel, een fungus uit de tuber- of truffelfamilie  en blijkbaar heeft de aanwezigheid van klimop er ook ergens nog iets mee te maken. De vorsers zullen er in elk geval nog een flinke hap aan hebben, gezien het niet duidelijk is wie nu op wie parasiteert of ze in tegendeel, in symbiose leven met elkaar... Eén ding is zeker, waar deze fungus groeit, kan de brede wespenorchis verschijnen, maar sterft de schimmel, dan zal ook deze orchidee verdwijnen, omdat ze van elkaar afhankelijk zijn.
Haar naam "Epipactis helleborine", zou kunnen verwijzen naar de gelijkenis met de helleborus of het nieskruid. Het is een meerjarige wilde plant die zichzelf kan bevruchten en blijkbaar ook heel vlot met soortgenoten kruist, waardoor steeds nieuwe hybrides ontstaan, middels wespen (en soms ook bijen) dronken te voeren en hen bijgevolg aan haar verslaafd te maken, omdat haar nectar makkelijk fermenteert en daardoor licht alcoholisch wordt. 
Ze "loopt op wortelstokken" waardoor de aren opduiken op meters van elkaar, wordt tussen de dertig en zestig centimeter hoog en heeft bij mij in de tuin bloempjes die zachtroze getint zijn, hoewel hun kleuren  doorgaans nogal kunnen variëren van geheel groen, over wit of geel tot een gemengde kleuring van rood, lila, wit, bruin en groen. De aar wordt soms door bladluizen bezocht, wat ik kan beamen en trekt vervolgens veel mieren aan en da's een beetje jammer, omdat het plantje in mijn tuin er momenteel toch wat onder lijdt.










Geen opmerkingen :

Een reactie posten

Dank je om me hier een teken van je bezoek na te laten.
Thanks for leaving some sign of your presence here.