NEXT EPISODE : "1552"
THE TURKS DEFEATED IN EGER
sketched on location (468 years after)
graphit in my sketchbook
29,7/21 cm
Kanttekening
De meest bekende belegering van Eger, was die van de verenigde Turkse legers in 1552. Voor de duur van vijftig jaar hield de burcht van Eger de noordwaartse opmars van de Turken tegen en speelde daarmee een belangrijke rol in de strijd van de Hongaren om niet alleen hun eigen land, maar ook het hele Christelijke Avondland te verdedigen tegen deze invallen.
Onder leiding van István Dobó weerstonden 2.000 Hongaren met de hulp van de legendarisch geworden “strijdende vrouwen van Eger” een overmacht van 100.000 Turkse krijgers.
Doordat de verdediging telkens van bastion verwisselde, kregen de Turken het idee tegenover een veel grotere macht te staan.
Volgens de legende mengden de vrouwen stierebloed door de wijn van hun mannen, waardoor hun kracht en strijdlust toenam.
Een ludiekere variant verhaalt dat, "de avond tevoren de Hongaren een feest hadden met de daarbij horende gezonde hoeveelheden wijn. Door het morsen waren hun lange witte baarden helemaal rood gekleurd. Toen de Turken de volgende morgen Eger wilde veroveren, verschenen de Hongaren, nog half dronken, op de kantelen. De Turken merkten meteen de rode baarden op en dachten dat de Hongaren stierenbloed hadden gedronken. Met de staart tussen de benen dropen ze af, want iemand die het bloed van een stier gedronken had was immers onoverwinnelijk."
In werkelijkheid gooiden de Hongaren, geholpen door hun vrouwen, vanop de kantelen van de burcht met teer en pek over de aanvallers, waardoor het de Turken niet lukte de burcht te veroveren. Ze kozen het hazepad, om echter in 1596 terug te keren en alsnog in hun verovering te slagen.
Bekend is nog steeds de wijn die herinnert aan deze historie : de “Egri Bikavér” (stierebloedwijn).